Historie
Waar komt de clubnaam Scylla vandaan?
Leiden had na de tweede wereldoorlog de grootste tafeltennisvereniging van Nederland, met meer dan 100 Leden. De vereniging was zo groot dat er in twee zalen moest worden gespeeld. De naam van de vereniging was ALTC. ALTC is de afkorting van Algemene Leidsche Tafeltennis Club.
Leidsch Dagblad, 12 januari 1951
Aangezien er in twee zalen gespeeld werd “stormde” het nogal eens tussen de twee groepen van leden. In 1951 werd er besloten om de vereniging op te splitsen. Bij het stadscafé de Burcht op de Nieuwe rijn werd de eerste algemene leden vergadering gehouden. Anneke de Burger en Otto Verkerk hadden een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe naam voor de Club. Aangezien het behoorlijk stormde tussen de twee zalen kwam Otto Verkerk met de naam Scylla. Dit omdat Otto iets bijstond dat het altijd stormde tussen de twee rotsen Scylla en Charybdis. Een typisch geval van de klok en de klepel omdat Scylla een zeemonster is uit de Griekse mythologie. Scylla was ooit een knappe nimf, maar toen Glaucus haar de liefde verklaarde, veranderde Kirke haar uit jaloezie in een monster met de romp en het hoofd van een vrouw, maar uit haar zij groeiden zes hondenkoppen met daarin drie rijen tanden. Zij had twaalf poten en haar lichaam eindigde in een vissenstaart. Zeelui die Scylla passeerden, moesten oppassen niet zo ver uit haar buurt te varen dat ze in de draaikolk van Charybdis terechtkwamen. Charybdis was een zeemonster dat tegenover Scylla huisde. Van oudsher nam men aan dat Scylla en Charybdis in de Straat van Messina (tussen Italië en Sicilië) huisden, maar recentelijk hebben onderzoekers aanwijzingen gevonden dat de Grieken dachten dat de monsters zich bij Kaap Skilla in het noordwesten van Griekenland bevonden.
Wij danken Otto Verkerk voor dit stukje Scylla historie.
Leidsch Dagblad, 27 juni 1951