Tuchtreglement

Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:
– de vereniging: de Leidse Tafeltennisvereniging Scylla;
– de bond: de Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB) of enig andere bond waarbij de vereniging zich aansluit.

Artikel 2

1. Een ieder is verplicht zich in het gebouw van de vereniging te gedragen volgens de wet en de statuten en reglementen van de bond en van de vereniging, alsmede volgens de besluiten van organen van de bond en van de vereniging.
2. Een ieder onthoudt zich in het gebouw van handelingen of uitingen waardoor de belangen van de bond, van de vereniging of van de tafeltennissport in het algemeen worden geschaad.

Ordemaatregelen

Artikel 3

1. Bij het niet naleven van hetgeen is bepaald in artikel 2 kunnen de volgende ordemaatregelen worden opgelegd:
a. verbod tot het betreden van het gebouw,
b. verbod tot het betreden van de speelzaal,
c. verbod tot het deelnemen aan een tafeltennistraining,
d. verbod zich op te houden in de kantine,
e. verbod zich op te houden in de kleedkamer.

2. Bevoegd tot het opleggen van deze ordemaatregelen zijn:
a. het bestuur,
b. de trainers,
c. de in functie zijnde barmensen.

Door de onder b en c genoemde functionarissen getroffen maatregelen worden zo spoedig mogelijk gemeld aan het bestuur.

Straffen

Artikel 4

1. Het bestuur is bevoegd om overtredingen van hetgeen is bepaald in artikel 2 te bestraffen.
2. Een straf wordt niet opgelegd dan nadat het lid in de gelegenheid is gesteld zich in een bestuursvergadering te verantwoorden.
3. De volgende straffen kunnen worden opgelegd:
a. berisping;
b. schorsing;
c. ontzetting uit het lidmaatschap (royement);
d. uitsluiting van deelneming aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor een in de straf bepaald aantal wedstrijden;
e. ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de straf genoemde termijn uit te oefenen;
f. geldboete.4. Tegen een door het bestuur opgelegde straf kan het lid in beroep gaan bij de algemene vergadering.

Artikel 5

1. Schorsingen kunnen worden opgelegd voor ten hoogste een half jaar.
2. Gedurende de periode dat een lid is geschorst kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, met uitzondering van het recht om in beroep te gaan.

Artikel 6

1. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Nadat het bestuur tot ontzetting heeft besloten, wordt het lid zo spoedig mogelijk door middel van een aangetekende brief met bericht van ontvangst met opgave van redenen van het besluit in kennis gesteld. De betrokkene is bevoegd binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving in beroep te gaan bij een algemene vergadering, die in haar eerstvolgende vergadering met meerderheid beslist. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat de betrokkene voor het voeren van verweer toegang heeft tot de eerstvolgende algemene vergadering en bevoegd is aldaar het woord te voeren. De betrokkene is tevens bevoegd zich in bedoelde vergadering door een raadsman te doen bijstaan.

Artikel 7

Geldboetes kunnen worden opgelegd tot een maximum van € 100,-.

Artikel 8

Indien ter zake van overtreding van bepalingen in de statuten, reglementen of wedstrijdbepalingen van de bond door de bond een tuchtprocedure wordt gestart, is het bestuur niet bevoegd een straf op te leggen.

Vastgesteld door de Algemene vergadering op 21 juni 2022