Hoofdbestuur geeft antwoord op brandbrief Scylla
Zoals we eerder op onze Facebook pagina al aangaven (post van 19 september jl.), heeft Scylla een brandbrief gestuurd aan de Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB) over de doorrekening van de scheidsrechterskosten voor de eerste en eredivisie.
De kosten worden volledig neergelegd bij de verenigingen met teams in die klassen. In de brief gaf Scylla met argumenten aan dat de doorberekening deze verenigingen in een onmogelijke positie brengt. Voor Scylla bedragen de kosten bijvoorbeeld 6.000 euro (!) op jaarbasis. Dit bedrag is niet (meer) op te brengen.
Scylla riep het Hoofdbestuur (HB) op om de onhoudbare situatie te repareren en op zo kort mogelijk termijn in overleg te gaan. Niet alleen met Scylla, maar met alle verenigingen die met hetzelfde probleem kampen.
HOE STAAT HET ERMEE?
Sinds het versturen van de brandbrief kregen we natuurlijk regelmatig van onze leden en van bestuurders van andere verenigingen de vraag: Hoe staat het ermee?
Welnu: er is nieuws!
Het HB heeft in haar vergadering van 6 oktober de brandbrief besproken, en heeft ons afgelopen vrijdag een brief gestuurd waar ze ingaan op onze argumenten en vragen.
We hebben de belangrijkste punten vandaag gedeeld met de andere verenigingen met teams in de 1e en eredivisie. Maar we delen de punten nu natuurlijk ook graag met onze eigen leden en volgers. Ook jullie zijn benieuwd natuurlijk, dat hebben we gemerkt!
Hier vatten we even de belangrijkste zaken weer uit de brief van het HB aan Scylla (met excuses voor de lange post):
BEREIDHEID OM KOSTEN TE HERZIEN EN MET VERENIGINGEN IN OVERLEG TE GAAN
Allereerst stelde het HB in haar brief dat het open staat voor de mogelijkheid om wat aan de hoge kosten te doen. Dit stellen we als vereniging zeer op prijs. Zoals we in onze brief hadden aangegeven is het probleem niet beperkt tot Scylla. We zijn ook blij dat de NTTB ons advies overneemt om met alle verenigingen in overleg te gaan. Het HB gaf aan dat het met de werkgroep eredivisie in overleg wil, maar ook dat het de verenigingen met teams in de eerste divisie zal benaderen. Wat ons betreft is dit een positieve ontwikkeling.
KOSTEN BEPERKEN MAAR NOG GEEN CONCRETE UITWERKING VAN AANPASSING PROCEDURE
Zoals we in onze brandbrief vermeldden is onze insteek om de procedure van doorrekening tegen het licht te houden en kosten niet bij enkele verenigingen neer te leggen. Het HB lijkt bereid om de procedure opnieuw te bekijken, maar de brief zelf geeft nog geen concrete aanpassingen. Die moeten nog uitgewerkt worden, en dat snappen we.
Het HB geeft in de brief aan dat het bereid is om te kijken hoe de kosten beperkt kunnen worden, en hoe b.v. de doorrekening verminderd kan worden voor verenigingen met meerdere teams in de Eredivisie en 1e divisie. Dat zou voor een vereniging als Scylla (met 3 teams in de ere- en eerste divisie) enig uitzicht op verlichting kunnen bieden.
Maar dit stelt op zich nog niet het principe van doorrekening aan de orde. Zoals we in onze brandbrief aan het HB stelden, vinden we het niet goed te rechtvaardigen waarom de rekening van scheidsrechterskosten – als enige element uit de NTTB begroting – bij de verenigingen met teams in de eredivisie en eerste divisie worden neergelegd. Waar andere kosten – inclusief die van topsport – worden gespreid over alle verenigingen wordt voor scheidsrechterskosten een uitzondering gemaakt die nergens gerechtvaardigd wordt.
Deze discussie moet wat ons betreft nog gevoerd worden.
SCHEIDSRECHTERSKOSTEN BLIJKEN MEER TE OMVATTEN DAN SCHEIDSRECHTERSKOSTEN
In enkele e-mails volgend op onze brandbrief hebben we het HB gevraagd om uitleg over de aard van de scheidsrechterskosten. In een verdere poging om de hoge kosten te begrijpen zagen we namelijk dat in de begroting van de NTTB de begrote opbrengsten van scheidsrechterskosten de begrote kosten met 5.000 euro overstegen. Dat zou betekenen dat de verenigingen samen 5.000 euro meer betalen dan waarop de scheidsrechterskosten begroot worden…
In haar antwoord op onze vragen tot verheldering introduceerde het HB een verrassend punt. Het HB gaf namelijk aan dat wat altijd beschreven is als “scheidsrechterskosten” in werkelijkheid veel meer omvat dan scheidsrechterskosten. Het omvat namelijk ook “de organisatie van de Eredivisie en 1e divisie heren, inclusief de Werkgroep Eredivisie, competitieleiders, administratieve taken, website, livescoring en het organiseren van de Eredivisiefinale.”
Deze nieuwe informatie (niet alleen nieuw voor Scylla maar waarschijnlijk ook voor veel andere verenigingen) geeft – wanneer onze lezing correct is – aan dat de verenigingen van clubs met teams in de ere- en eerste divisie dus niet slechts de rekening krijgen voor de scheidsrechters, maar ook voor de organisatie, competitieleiders, livescoring, de eredivisiefinale, etcetera.
Dit kan deels verklaren waarom de opbrengsten (opgebracht door de verenigingen) groter zijn dan de post scheidsrechterskosten. Maar het maakt ons inziens NOG belangrijker om de procedure ter discussie te stellen. Waarom worden al deze kosten bij enkele verenigingen neergelegd?
HOE NU VERDER?
Het goede nieuws is dat het HB de mening deelt dat de procedure opnieuw ter discussie moet komen lijkt te delen. In de brief stelt het HB namelijk dat het open staat voor een herformulering en herstructurering “ van de tot nu toe onder scheidsrechterskosten opgevoerde budgetten.” Het HB geeft aan dat ze hier nu mee bezig zijn en open staan voor suggesties.
Dit is natuurlijk hoopgevend. Scylla zal uiteraard haar suggesties blijven geven. Wordt vervolgd dus…